MBV = medisch begeleide voortplanting.
Soms spreken we ook over ART-kinderen, naar de Engelse afkorting voor Assisted Reproductive Treatment (of Techniques).

Al even lang als het CRG bestaat, het fertiliteitscentrum van UZ Brussel dat voorziet in medisch geassisteerde bevruchting – en dat is sinds 1984 – zorgt het CMG voor de follow-up studies van de kinderen geboren uit die behandelingen.
Al die jaren hebben CMG-artsen alle kinderen op dezelfde manier onderzocht en hun bevindingen nauwgezet in een database ondergebracht. Vandaag bevat die gegevens van meer dan 15.000 kinderen. Wij kunnen er prat op gaan dat wij bij de introductie van elke nieuwe techniek gegevens hebben verzameld over 95 tot 98 % van de daaruit geboren kinderen. Dat is iets waarmee UZ Brussel – dankzij de samenwerking tussen het CMG en het CRG – aan de absolute wereldtop staat.
De opvolging van MBV-baby's verloopt in de eerste fase vanuit het CRG: tijdens de zwangerschap en meteen na de geboorte krijgen de patiënten een vragenlijst toegestuurd over het verloop van de zwangerschap en geboorte en over de gezondheidstoestand van de baby's.
In de tweede fase nodigt het CMG de ouders samen met hun baby of kind uit voor een consultatie in het CMG:
- de eerste keer als de baby twee maanden oud is,
- de tweede keer rond de eerste verjaardag.
- Bij sommige technieken, zoals PGD en (recenter) vitrificatie van eicellen, wordt ook rond de tweede verjaardag een raadpleging voorzien.
Die follow-upstudies dienen een driedubbel doel:
- ze leveren informatie op over het comfort van de behandeling voor de patiënt. Dat kan onderzoekers en artsen helpen om de technieken te verfijnen en te verbeteren.
- Via lange-termijnstudies kunnen we de gevolgen onderzoeken van MBV-behandelingen op de gezondheid van de mensen die eruit voortkomen. Dat gaat van de prenatale ontwikkeling van de embryo's over de gezondheid van de pasgeboren baby's tot de algemene medische gesteldheid van (groepen van) MBV-volwassenen.
Eén toegepast voorbeeld: uit de vroegere studies bleek dat baby’s geboren na MBV een iets lager geboortegewicht hebben dan andere baby’s. MBV follow-upstudies laten toe om uit te maken of de kinderen dat tekort wegwerken en hoe snel. - Dankzij de follow-upconsultaties blijven we een tijdlang in contact met MBV-patiënten die ook CMG-patiënten zijn geweest. En dat helpt ons dan weer om de nodige sociale en psychologische informatie te verwerven waarmee we onze huidige en toekomstige patiënten van dienst kunnen zijn.
<top>