
Zie ook Vaak gestelde vragen.
- Voor bepaalde chromosomale aandoeningen – robertsoniaanse translocaties (een translocatie van een volledige arm) – duurt de ontwikkeling twee tot drie maanden, voor andere – reciproke translocaties (een translocatie tussen twee verschillende chromosomen) – kan het tot zes maanden duren.
- Voor monogene aandoeningen verschilt de duurtijd sterk van patiënt tot patiënt. Bij veel voorkomende aandoeningen waarvoor reeds een PGD-test bestaat, duurt de ontwikkeling doorgaans twee tot vier maanden, maar als aanpassingen nodig zijn, kan dat langer zijn.
Hoe dan ook is niet voor elke genetische aandoening een standaardtest voorhanden. Is dat niet het geval, dan kan het CMG zelf een nieuwe test ontwikkelen of het onderzoek voeren in samenwerking met laboratoria in binnen- of buitenland. Dat kan maanden duren, in sommige gevallen zelfs meer dan een jaar.
Dat komt enerzijds doordat sommige aandoeningen zeldzaam zijn, anderzijds doordat vaak meerdere kandidaat-genen getest moeten worden.